Vandaag dinsdag 27 september 2011 viert de Oostenrijkse zanger en entertainer Freddy Quinn (ESF 1956) zijn tachtigste verjaardag. Hij is sinds het overlijden van partner en manager Lilli Blessmann in januari 2008 niet meer in het openbaar verschenen.
Hij zal ook nooit meer optreden. Quinn wil ook niet dat men weet waar hij zich nu is. Ook mogen er geen foto's van hem gemaakt geworden. Het gaat hem momenteel goed. Zijn tachtigste verjaardag viert hij in kleine kring. Een groot feest zal dus niet plaatsvinden. Gasten zouden dan zo wie zo de halve wereld rond moeten reizen. In de buurt van Singapore of zo.
Quinn verliet Hamburg na de dood van Blessmann (89). Hij wilde niet eindigen zoals andere artiesten , zoals bijvoorbeeld de inmiddels overleden Peter Alexander.. Ook was hij de paparazzi beu. Fotografen stonden de hele dag bij het kerkhof om foto's te maken van een gebroken Freddy Quinn. Voor zijn huis in Hamburg zijn nog altijd fotografen te vinden.
Freddy Quinn reist erg veel. Meestal alleen. Quinn is geen prominent figuur meer. Het publiek hoeft daarom niet meer te rekenen op een optreden in zowel in hallen als op de televisie. De mensen moeten dit maar accepteren. Hij dankt zijn fans wel voor hun loyaliteit.
Freddy Quinn werd op 27 september 1931 geboren als Manfred Petz in
Niederfladitz in Oostenrijk. Zijn moeder, Edith Nidl, was van beroep
journaliste en zijn vader was een koopman van Ierse komaf.
Freddy werd in het begin van de jaren vijftig als zanger ontdekt. In
1954 sloot Freddy een contract af met het platenlabel Polydor. Het zou
echter nog twee jaar duren eer zijn eerste plaatje "Heimweh" uitkwam.
"Heimweh" is de Duitse versie van "Memories are made of this" van Dean
Martin. Van "Heimweh" gingen in Duitsland meer dan twee en een half
miljoen exemplaren over de toonbank. Freddy werd opslag een begrip in de
Duitstalige landen. "Heimweh" bereikte de gouden status . Ook
"Heimatlos" uit 1957 was goed voor goud en er zouden er nog meer volgen
voor Freddy Quinn.
Freddy was gedurende zijn hele carrière ook te bewonderen in films. In
zijn eerste film "Canaris", uit 1954, speelde hij een bijrol. Eind jaren
vijftig en in de jaren zestig was Freddy wel ieder jaar te zien in een
film of musical. Voor zijn filmcarrière kreeg hij twee Bambi’s en De
Goldene Leinwand. Freddy werd in zijn lange carrière ook onderscheiden
met vele televisie- en platenonderscheidingen. Een Otto van het Duitse
muziekblad Bravo kreeg Freddy in 1960, 1961, 1962, 1963, 1964 (zilver)
en 1965 (brons). De Goldene Europa van de Europawelle Saar kreeg Freddy
in 1972 uitgereikt. Van Radio Luxemburg kreeg Freddy talloze Leeuwen
uitgereikt. In 1970 kreeg hij van RTL de Gouden Zendtoren, in 1972 de
Gouden Mercator, in 1976 werd hij in Argentinië onderscheiden met de El
Gaucho Award en ook in 1976 kreeg hij de Circus Oscar Honor Award. Als
zanger van het Duitse volkslied ontving hij de Herman Löns Award, de
hoogste onderscheiding voor de vertolking in dit genre.
Op 1 mei 1956 vond in de Großen Sendesaal van de Kölner Funkhauses de
Duitse voorronde plaats voor het allereerste Eurovisie Songfestival,
georganiseerd door de Nordwestdeutscher Rundfunk. De presentatie was in
handen van Heinz Piper. Er waren twee winnaars daar er het eerste
Eurovisiejaar ieder land twee liedjes inzond. Een vakjury maakte aan het
einde van de uitzending de twee winnaars bekend, het waren Walter
Andreas Schwarz met "Im Wartesaal zum großen Glück", waarvan hij zelf de
tekst en muziek schreef, en Freddy Quinn met "So geht das jede Nacht",
tekst en muziek van Peter Mösser en Lotar Olias. Van de overige tien
deelnemers, waaronder Lys Assia (ESF 1956, 1957 en 1958), Margot Eskens
(ESF 1966), Margot Hielscher (ESF 1957 en 1958) en Gerhard Wendland zijn
de liedjes onbekend gebleven.
Op 24 mei 1956 vond in het Zwitserse Lugano het eerste Eurovisie
Songfestival plaats waar zeven landen aan meededen. Ieder land zond twee
liedjes in. Nederland werd vertegenwoordig door Jetty Paerl met "De
vogels van Holland", een compositie van Annie M.G. Schmidt en Cor
Lemaire, en Corry Brokken (ESF 1957 en 1958) met "Voorgoed voorbij", een
compositie van Jelle de Vries. België werd vertegenwoordigd door Fud
Leclerc (ESF 1958, 1960, 1962) met "Messieurs les noyés de la Seine" en
Mony Marc met "Le plus beau jour de ma vie". Gastland Zwitserland werd
vertegenwoordigd door Lys Assia. Zij zong beide Zwitserse liedjes, "Das
alte Karussell", een compositie van Georg Benz Stahl, en "Refrain", een
compositie van Geo Voumard en Emile Gardaz. Laatstgenoemd liedje won
deze eerste editie van het Eurovisie Songfestival.
Freddy werkte na het Eurovisie Songfestival verder samen met de Lotar
Olias. Hij wist tijdens zijn tournees vele zalen vol te krijgen, hij
werd een wereldster, zelfs tot in Japan. Hij nam vervolgens zijn platen
ook op in het Japans, waaronder zijn Eurovisiebijdrage "So geht das jede
Nacht". Ook nam Freddy platen op in het Spaans, het Portugees en het
Nederlands. In het Nederlands nam hij bijvoorbeeld "Heimatlos" als
"Zonder thuis" op. Freddy nam een elpee op in het Zuid-Afrikaans, die
waarschijnlijk zelfs vele echte fervente Freddy Quinn fans niet zullen
hebben.
Het succes was groot voor Freddy maar desondanks wilde hij zijn eigen
weg gaan zoeken. Freddy en Lotar Olias besloten uit elkaar te gaan.
Commerciële successen waren niet meer het belangrijkste voor Freddy. Hij
wilde een volksidool worden. Zij grote voorbeeld was Hans Alberts. Het
repertoire van Freddy werd hiermee anders, van Heimat-titels (Duitse
volksliedjes) tot zeemansrepertoire en van musical tot country.
In 1966 verraste hij vriend en vijand met "Hundert Mann und ein Befehl",
een protestlied. Hiervan werden meer dan een half miljoen exemplaren
verkocht. De opvolger, "Eine Handvöll Reis", was ook een protestlied.
Freddy wilde echter geen protestzanger worden. "Morgen beginnt die Welt"
dat hij samen met orkestleider Bert Kaempfert, opnam deed dat imago dan
ook snel weer verdwijnen. Hij werkte in die tijd met verschillende
producenten, waaronder Peter Orloff en Leo Leandros, de vader van Vicky
Leandros (ESF 1967 en 1972).
De Schlager was in die tijd in Nederland een ondergeschoven kindje.
Harry Thomas, zoon van een Franse vader en een Nederlandse moeder, vond
dat hier maar eens verandering in moest komen. Hij begon in juli 1973
met het organiseren van het Schlagerfestival. De eerste vond plaats in
het Limburgse Geulle, later verhuisde het jaarlijkse Schlagerfestival
naar de Rodahal in Kerkrade. In 1977 was Freddy er voor het eerst bij.
Hij werd later ook de presentator van het festival omdat hij goed
Nederlands sprak. Het presenteren van het Schlagerfestival bleef Freddy
tot in de jaren tachtig doen, waarna hij de fakkel overdroeg aan een
andere Duitse zanger, Dennie Christian (Bernd Althoff).
Freddy bouwde naast zijn zangcarrière ook een gedegen carrière op als
bühnester. Toneelstukken met Freddy in de hoofdrol werden kassuccessen.
In april 1979 bracht Freddy in de Britse hoofdstad Londen een stuk in
het Engels. De Britse pers was laaiend enthousiast. Freddy ging met dat
stuk op tournee in Australië, Canada, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika
en India.
Freddy maakte voor de televisie een serie uitzendingen rondom het
circus. Hij hield veel van het circus, hij vond dat er een speciale
atmosfeer hing. Hij was zelf een uitstekend acrobaat. Met gevaar voor
eigen leven haalde hij de gevaarlijkste stunts uit, meters boven de
grond. Op een touw, 40 meter boven de grond, maakte hij kopstanden op
stoelen terwijl hij liedjes als "O mein Papa" en "Ja wir sind Artisten"
zong. En dit alles zonder net én zonder verzekering daar geen enkele
verzekeringsmaatschappij hem wilde verzekeren zonder het gebruik van
netten.
Alles wat Freddy doet, doet hij met een hoge mate van perfectie. Hij
spreekt een groot aantal talen en verkocht meer dan zestig miljoen
platen. Maar één deed Freddy minder perfect. Terwijl hij een woning had
in Zwitserland, waar hij keurig belasting betaalde, was Freddy de meeste
tijd in Hamburg bij zijn vriendin en manager Lilli Blessmann, waar hij
al meer dan achtenveertig jaar mee was verloofd (of zelfs mee was getrouwd). Freddy wist niet dat hij
ook in Duitsland belasting moest betalen. Hij liep hierdoor een enorme
belastingschuld op, welke eind 2004 900.000 euro bedroeg.
In november
2004 werd hij, in tranen, door de rechter in de Hamburgse rechtbank
veroordeeld tot twee jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete
van 150.000 euro. Als hij niet bekend had was zijn straf hoger
opgelopen. De rechter zal ongetwijfeld rekening hebben gehouden met zijn
inmiddels hoge leeftijd.
In januari 2008 overleed Lilli Blessmann op 89-jarige leeftijd.